Meer graan van eigen bodem in ons brood. Daar streven de bakkers, graanhandelaren en molenaars naar die tijdens de Themadag Granen de Intentie van Nijkerk onder het motto ‘We gaan voor eigen graan’ ondertekenden. Hoe gaan we over op een graanketen dichter bij huis?
Het graan dat gebruikt wordt voor ons brood komt meestal uit het buitenland. Nederlands graan dient voornamelijk als veevoer: door de hoeveelheid water in ons land produceren boeren een groot volume graan met een lager eiwitgehalte. Bij veel mensen speelt om die reden het idee dat ons eigen graan van mindere kwaliteit is dan het graan uit bijvoorbeeld Duitsland of Frankrijk. Toch is Nederlands graan met goede bakkwaliteiten in opkomst, bijvoorbeeld het Nedertarwe van Royal Koopmans.
Het Nederlands Bakkerij Centrum hoopt dat we in de toekomst steeds meer Nederlands graan in ons brood gaan gebruiken. Maar is dit haalbaar voor bakkers? En zit de consument er wel op te wachten? Hierover ging de sector in gesprek tijdens de Themadag Granen op 24 maart.
Eiwitstrategie
Meer gebruik van Nederlands graan sluit aan op de Nationale Eiwitstrategie, met als doel om meer zelfvoorzienend te worden in de productie van plantaardige eiwitten. Ongeveer 20% van de eiwitten die we binnenkrijgen is afkomstig uit graanproducten. Dat maakt kwalitatief graan van eigen bodem heel relevant, zegt Henk Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, tijdens de Themadag. Hij benoemt dat de keten moet kijken hoe er meer graan van eigen bodem geteeld kan worden dat geschikt is voor brood, zonder dat de producenten onderaan de keten, de boeren en molenaars, de financiële klappen opvangen.
Over hoe dat moet gebeuren, wordt tijdens de Themadag veel gediscussieerd. Het telen van kwalitatief graan dat geschikt is voor brood kost de boeren namelijk meer geld. Als dit in de hele keten doorberekend wordt, moet de bakker een hogere prijs vragen voor zijn brood. Is de consument bereid meer te betalen voor een brood gemaakt van Nederlands graan?
Duurzaamheid en beleving
De consument wil wel, zegt Jan-Willem Grievink van FoodService Institute Nederland, maar zal niet vallen voor trucjes. “Je moet de consument intrinsiek motiveren. Werk aan zijn verwachtingen.” Consumenten zijn namelijk niet op zoek naar een product, maar naar een oplossing. Zeker bij de huidige gemaksgeneraties (Millennials en Gen Z) speelt gemak een grote rol, maar ook duurzaamheid en beleving. Ze zijn zelfs bereid daar meer voor te betalen. Volgens Grievink kunnen bakkers hierop meer gaan inspelen: vertel het verhaal van het Nederlandse tarwe.
Overgangsproces
Het idee van meer Nederlands graan in ons brood klinkt dus erg mooi, maar moet wel aantrekkelijk gemaakt worden voor schakels in de hele keten. Boeren en molenaars willen de hogere premies kunnen doorberekenen aan de bakker, die op zijn beurt de prijs moet verhogen voor de consument. De overgang op een Nederlandse graanketen gaat dus niet van de ene op de andere dag, maar dat hoeven we ook niet te verwachten, zegt Mirjam Kortekaas, directeur van het NBC. Ze noemt als voorbeeld de zouttransitie, waarbij de afgelopen tien jaar de hoeveelheid zout in ons brood sterk is afgebouwd. “Als we tien jaar geleden direct waren begonnen bij waar we vandaag zijn, hadden we de consument niet zover gekregen hierin mee te gaan.”
De Intentie van Nijkerk is daarom het startsein van een denktank met vertegenwoordigers uit de hele keten, die de transitie naar graan van eigen bodem in gang willen zetten. De volgende stappen in dit proces zijn onderzoek naar geschikte rassen voor baktarwe, verspreiding van kennis door de hele keten heen en uiteraard de kostenberekening, zodat de transitie interessant is voor elke schakel uit de keten. Op deze manier wil het NBC toewerken naar het gebruik van Nederlands graan als standaard.
Nedertarwe
Royal Koopmans lanceerde dit jaar Nedertarwe: duurzame baktarwe van eigen bodem. Het kostte Royal Koopmans tien jaar om de tarwe te ontwikkelen. Daarbij werd vooral getest op de bakkwaliteit en eiwitgehaltes van het graan. Royal Koopmans produceert nu zo’n 95.000 ton Nederlands tarwe per jaar.