https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Bossche_Bol_van_Albert_Heijn.jpg
De Bossche Bol hoort bij ’s-Hertogenbosch. Maar welke bakker verzon deze lekkernij. Erfgoed ’s-Hertogenbosch zocht het uit. Ze keken hiervoor naar de advertenties die bakkers plaatsten.
Bakkers maken een Bossche Bol van soezendeeg gedoopt in pure chocolade en gevuld met slagroom. Als je kijkt in de geschiedenis van het gebakje komen er verschillende bakkers uit Den Bosch en Den Haag naar voren.
Chocolade bol
Volgens Erfgoed ’s-Hertogenbosch is het heel goed mogelijk dat de Bossche Bol vroeger onder een andere naam werden verkocht. De eerste mogelijke vermelding stamt uit 1892. Dan adverteert eerst Banketbakkerij De Klok met roombollen en een paar dagen later doet patissier G.J. Mandos-Baudoin hetzelfde voor chocolade roombollen.
De term chocolade bol verschijnt voor het eerst in 1903 in een advertentie van Banketbakkerij De Klok. En in 1919 adverteert Bakkerij Lambermont dat chocolade bollen al meer dan 30 jaar hun specialiteit zijn. Het is onbekend waarmee de bollen gevuld zijn. Labermont adverteert vanaf 1924 over chocolade bollen gevuld met crème en bollen gevuld met slagroom.
Slagroomvulling
De vraag is welke bakker met het idee kwam om de bollen te vullen met slagroom. Volgens Erfgoed ’s-Hertogenbosch gaat dit tussen de bakkers Labermont en de Haagse bakker Henri van der Zijde, die in 1920 een zaak opende tegenover Labermont.
Veel bronnen op internet en andere media claimen dat Van der Zijde de slagroomvulling heeft bedacht. Maar volgens Erfgoed ’s-Hertogenbosch is hier geen overtuigend bewijs voor. In de advertenties van Van der Zijde wordt de chocolade bol niet genoemd. Merkwaardig noemt Erfgoed ’s Hertogenbosch dat. Want zou Van der Zijde niet groots uitpakken met zijn eigen variant?
Conclusie
Er is nog steeds geen hard bewijs welke bakker de Bossche Bol heeft bedacht, concludeert Erfgoed ’s-Hertogenbosch. Maar kijkend naar de advertenties bakkers lijkt het erop dat de eerste chocolade bollen met slagroom bij Bakker Labermont in de vitrine lagen.
Bron: Erfgoed ’s-Hertogenbosch