Gebak uit de Lage Landen
De Belgische Regula Ysewijn associeerde culinair genieten altijd met het buitenland. Thuis eten in België was saai. Haar eerdere boeken Pride and Pudding en het Brits Bakboek gingen dan over haar liefde voor Groot-Brittannië en de Britse keuken. Het behalen van haar Belgisch-biersommelierdiploma, haar boek Authentieke Belgische Cafés en de vondst van een Nederlandstalig kookboek uit de 18e eeuw zorgden ervoor dat ze zich ging verdiepen in de culinaire tradities van haar eigen land. Van Wafel tot Koek is het resultaat van “deze weg naar huis”.
“Bakken toont het hart van een eetcultuur”, vindt Ysewijn. Ze vond haar eigen eetcultuur terug in eeuwenoude Nederlandstalige kookboeken en in de Vlaamse en Nederlandse kunst. Ze beperkte zich bij haar onderzoek niet tot België. Dit land werd immers pas in 1830 gevormd. Voor de geschiedenis van deze regio met je kijken naar de Lage Landen: België, Nederland, Luxemburg, Frans-Vlaanderen (nu onderdeel van Frankrijk) en het Duitse grensgebied. In Van wafel tot koek richt ze zich noodgedwongen – het boek werd anders te dik – op het hart van de Lage Landen, de regio waar ze zelf vandaan kom (Antwerpen) en de invloed die dit gebied had op rest van de Lage Landen had en vice versa.
Ysewijn start het boek met een korte geschiedenis van het gebied. Onder andere de taalstrijd, de rol suikerstad Antwerpen en de zoektocht naar de Belgische identiteit komen aan bod. Daarna volgen de recepten. Ysewijn deelt deze in aan de hand van de feesten van het jaar. Want: “Het hele boek is gewijd aan recepten voor bruiloften, buffetten en andere feestelijke gelegenheden.” Ze start met wafels en winterbroden voor de kersttijd; gevolgd door pannenkoeken voor Maria-Lichtmisen en carnaval; pretzels voor de vastenperiode; vlaai en oliebollen voor de kermis en alle speciale kruidige lekkernijen voor Sinterklaas en Sint-Maarten.
Alle recepten zijn voorzien van essays waarin Ysewijn al haar kennis deelt over de geschiedenis van de lekkernij, waar deze vandaan komt en hoe werd het gemaakt. Dit zorgt voor een grote hoeveelheid weetjes. Daarnaast deelt Ysewijn ook haar eigen verhalen en herinneringen. Dat maakt de tekst persoonlijker en nog boeiender.
De meerwaarde van dit boek voor de professional zit hem vooral enorme hoeveelheid achtergrondinformatie die Ysewijn geeft. Ook de historische recepten zijn leuk. Wie weet slaan wafels uit de 16e eeuw wel aan. Daarnaast zijn de vormgeving, de mooie foto’s van Ysewijn en de afbeeldingen van oude kunstenwerken een lust voor het oog. In de inleiding schijft historicus Dr. Annie Gray: “Dit is een schitterend boek.” En dat is het ook.
ISBN 9789048870004
Prijs: 35 euro