Met zijn roomboterkoekjes en vlechtbroodjes won Thijn van Randwijk (18) afgelopen november de titel Talent van het Jaar tijdens de BakkersVakWedstrijden in Heerenveen.
Mijn talent? Brood! Dat ik toch beter ben in koekjes bakken verraste me eerlijk gezegd. In de categorie Koekjes won ik de eerste prijs, in de categorie Vlechtbroodjes werd ik derde. Brood vind ik zo leuk, omdat je oneindig kunt combineren met bloem- en meelsoorten en smaken. En je werkt echt met je handen. De televisie geeft een verkeerd beeld van het bakkersvak. Alsof je elke dag cupcakes maakt. Brood bakken is fysiek en mentaal zwaar werk, maar ik vind het mooi.
Eigenlijk wilde ik kok worden, maar op mijn zestiende liep ik stage in de bakkerij. Ik kwam bij Echte Bakker Nijstad in Oosterwolde terecht, bij een leuke club mensen. Ik leer veel van mijn collega Jochem de Groot. Hij weet me echt te inspireren en te motiveren. Van het uitwisselen van ideeën krijg ik veel energie. Soms zie ik op YouTube of op TikTok wat de nieuwste trends zijn. Zo zag ik een regenboogbrood voorbijkomen. Leuk om daar een eigen draai aan te geven, met andere kleuren of smaken. Met carnaval verkochten we een regenboogbrood in de carnavalskleuren. En nu hebben we een walnoot-kaas-kerrie lunchbroodje. Jongere bakkers zoals ik willen graag allerlei nieuwe dingen uitproberen, terwijl oudere collega’s wat minder snel willen veranderen. Zij hechten meer aan het vertrouwde.
Online verkopen we goed. Social media is erg belangrijk, maar daar moet wel tijd voor zijn. Eerst moet de echte winkel draaien. Onze bazin plaatst berichten op social media en winkelmedewerkers helpen met het maken van foto’s en video’s van onze producten. Dat jongeren niet zo vaak naar de bakker gaan, komt omdat de prijs afschrikt. Maar hier krijg je kwaliteit en ambachtelijke producten. Broden worden met de hand gemaakt, terwijl supermarktbrood uit de fabriek komt. Hoe we jongeren toch kunnen bereiken? Door ze nieuwsgierig te maken.
Komend jaar hoop ik mijn diploma te halen voor zelfstandig werkende broodbakker niveau 3. Verder wil ik nog vaak meedoen aan wedstrijden. Ze zijn nog lang niet van me af!”