Foto: OPACKGROUP
De circulaire economie schrijdt voort. Een van de stappen daarin is de ontwikkeling van barrièreverpakkingen voor voedingsmiddelen, gemaakt van monokunststoffen in plaats van laminaten van verschillende kunststoffen.
Verpakkingen die uit één soort plastic bestaan, zijn op het moment de enige die eenvoudig gerecycled kunnen worden. En mogen zich dus in het huidige streven naar een verdere circulariteit verheugen in groeiende populariteit. Folieproducent OPACKGROUP heeft er recent in haar vestiging in Giessen twee nieuwe productielijnen voor in gebruik genomen. Totale investering: 20 miljoen euro.
OPACKGROUP is sinds 1 december jl. de nieuwe naam van Oerlemans Packaging Group en is met zeven dochterondernemingen en tien productielocaties een van de grootste plasticfolieproducenten voor voedingsmiddelen in Nederland. Dé trend op het gebied van dit soort verpakkingen is volgens Gert-Jan van Baardwijk, algemeen directeur van dochterbedrijf Flexpak, zonder meer folie die uit één soort kunststof bestaat.
Productafhankelijk
Van Baardwijk vertelt dat de OPACKGROUP diverse varianten produceert van mono-PE folie met barrièrefuncties. “Welke folie voor een bepaalde toepassing geschikt is, hangt helemaal af van het product, van de machines waarop de klant ze verwerkt en van de benodigde houdbaarheid van het product. Een mono-PE folie kan bijvoorbeeld prima een PET/PE-folie vervangen voor stand-up pouches. We hebben daarnaast inmiddels meerdere andere mono-PE met barrières ontwikkeld voor toepassingen voor sachets voor sauzen, voor granen en voor diverse convenience food toepassingen.
Een voorbeeld van een mono-PE stazak met barrière-eigenschappen
Voor- en nadelen
Het grote nadeel van een PET/PE en OPP/PElaminaat is dat het niet te recyclen was. Nadeel van het vervangen van PET/PE en OPP/PE door een mono-PE is aan de andere kant dat het prijsverhogend werkt, want PET en OPP zijn relatief goedkoop. En daarnaast heel robuust en gemakkelijk te verwerken op de verpakkingslijn, omdat het een brede range aan temperaturen kan absorberen, zonder schadelijke gevolgen. Door de verdere ontwikkeling van de mono-PE laminaten zullen de mechanische eigenschappen steeds verder verbeteren. En door de schaalvergroting en de toegenomen vraag zal het prijsverschil in de toekomst kleiner worden. Niet te recyclen verpakkingen zullen uitgefaseerd worden en door de verwijderingsbijdrage hoger belast worden, waardoor deze nieuwe verpakkingen de toekomst hebben.”
De ontwikkeling richting monofolies is er pas sinds drie, vier jaar. “Ik zit al 20 jaar bij de OPACKGROUP, maar toen ik zes jaar geleden bij Flexpak binnenkwam, was er nog weinig tot geen sprake van. Op dat moment zijn we samen met onze klanten gaan kijken of hun machines daar wel geschikt voor waren. Vervolgens heeft de coronacrisis wel voor enige vertraging gezorgd, maar we zien nu dat het weer volop wordt opgepikt. Het ontwikkelen van nieuwe materialen gaat altijd in een driehoek met onze grondstofeveranciers en klanten”, licht Van Baardwijk verder toe. “We krijgen daar veel input. Doordat we veel testen, doen we ervaringen met nieuwe materialen op en kunnen we de kinderziektes eruit halen. Zo hadden we in een conceptfase mono-PE stand-up pouches die het niet goed deden bij valtesten. Door een verbeterde receptuur van de kunststof hebben we in samenspraak met de klant uiteindelijk een mono-PE kunnen ontwikkelen dat wel bestand was tegen die valtesten. Het grote voordeel is dat we zelf alles in huis hebben, van zelf blazen tot bedrukken en lamineren. In ieder geval wordt EVOH als zuurstofbarrière gebruikt. In het verleden was dat nylon, maar daarmee is het laminaat niet recyclebaar.” Of je alle barrière-eigenschappen in een monomateriaal kan vangen, hangt ook af van de gewenste houdbaarheid. “Voor producten die een korte doorloop hebben, hoeft dat niet. Wel voor producten die eerst nog worden opgeslagen en pas na een half jaar verkocht worden. Er is nog onvoldoende onderzoek gedaan naar de houdbaarheid van producten in monomaterialen."
Gert-Jan van Baardwijk en Helen Maasbach
Bio en composteerbaar exit
Van Baardwijk gelooft dat biobased en composteerbare folies op den duur uitgefaseerd gaan worden. “Composteerbare folies, die op een natuurlijke manier afbreken, hebben alleen zin voor landbouwproducten. Bijvoorbeeld over de groene asperges heen, waarbij je na de oogst de folie gewoon in het land kunt werken. Maar voor veel andere voedingsproducten hebben composteerbare verpakkingen helemaal geen zin. Het verstoort de recyclage en het zorgt ervoor dat consumenten de verpakkingen nog makkelijker weggooien. Het nadeel van biobased kunststoffen aan de andere kant is dat ze in sommige gevallen ten koste gaan van de voedselvoorziening. Die voedingsproducten zullen we in de toekomst volop nodig hebben met het oog op de groeiende wereldbevolking. Je moet je ook afvragen als je de grondstoffen voor biokunststoffen uit bijvoorbeeld Brazilië haalt, hoe duurzaam dat is. We moeten gewoon veel meer gaan recyclen. Wat dat betreft verstoren composteerbare materialen ook nog eens de plastic-recyclage en biokunststoffen de agf-inzameling. En leg een consument maar eens uit wat het verschil is tussen biobased en composteerbaar als de twee varianten van biokunststoffen. Dat is niet te doen.”
Mono ook trend in bakkerijsector
“In de bakkerijsector is ook een transitie gaande richting het gebruik van monomaterialen, waar dat zou kunnen”, zoomt Hèlen Maasbach, accountmanager industrie OPACKGROUP, op deze sector in. “Er worden nu nog veel barrièreverpakkingen ingezet die niet 100 procent recyclebaar zijn. Denk aan verpakkingen voor afbakbroodjes (bake off), stokbrood, croissants en pistoletjes. Bake-offverpakkingen bestaan nu vaak uit onder- en bovenfolie. De onderfolie bevat vaak polyamide (PA) Nylon. De trend is om deze verpakking door te ontwikkelen naar een versie met onderfolie zonder PA. Hierdoor wordt de verpakking 100 procent recyclebaar. De bovenfolie is vaak samengesteld uit PET/EVOH/PE-folie. Daardoor is dit deel ook niet 100 procent recyclebaar. De inzet is om nu te verduurzamen naar een bovenfolie zonder PET.”
Door de ingebruikname van de twee nieuwe folieproductiemachines kan nu ook OPE-folie gemaakt kan worden. “Deze folie met barrière wordt nu geproduceerd in een versie die 100 procent recyclebaar is.” Maar monomaterialen zijn nog lang niet voor alle producten gangbaar. Maasbach geeft aan dat in de bakkerijsector bijvoorbeeld ook veel flowpack barrièrefolie ingezet wordt voor bijvoorbeeld belegde broodjes. In een flowpack verpakking worden ook vaak PET-varianten ingezet, met niet-recyclebare polyethyleen (PE). Ook hier is de oplossing te gaan werken met een OPE-verpakkingsfolie die PET-vrij is.”
Volgens Maasbach gaat het in de retail de goede kant op qua monomaterialen. “Broodverpakkingen zijn vaak geproduceerd in een mono-PE. Papierzakken met venster worden nog wel ingezet, maar het nadeel is dat deze niet met het papier en ook niet met het plastic te recyclen zijn. Deze moeten dus omgezet worden naar óf volledig papier óf volledig plastic. Plastic heeft een substantieel lagere CO₂-uitstoot dan papier. Om verdere CO₂-uitstoot te reduceren zijn er ook mogelijkheden om plastic verpakkingen te maken uit een biobased grondstof.”
Als het gaat om broodverpakkingen voor dagverse producten in de retail constateert Maasbach dat deze nog een te hoog percentage polypropyleen (PP) bevatten. “Ook hier zijn er lopende innovaties om de PP te vervangen door een mono-PE waardoor deze 100 procent te recyclen zijn.”