Het voedselbos
Een jaar lang bezocht Volkskrant-journalist Mac van Dinther wekelijks het voedselbos Ketelbroek in Groesbeek, waar hij van Wouter van Eck leerde hoe een voedselbos werkt, wat er groeit en wat het produceert. “Gaan we hiermee de wereld voeden?” Dat is vaak de vraag die gesteld wordt aan mensen die met een alternatief komen voor de reguliere landbouw.
Dat is niet anders bij Van Eck, die samen met zijn vriend Pieter in 2009 een kale maïsakker van 2,4 hectare kocht en er een voedselbos op zette. Ook zijn vriend en auteur van dit boek, Mac van Dinther, was in eerste instantie sceptisch, maar een bezoek aan het voedselbos veranderde dat al snel. Van Dinther schreef een vierdelige reeks artikelen over het voedselbos (Herfst, Winter, Lente en Zomer) voor de Volkskrant en die artikelen zijn gebundeld in het boek Het voedselbos – Vier seizoenen Ketelbroek.
Door de opzet van het boek maakt de lezer de ontwikkeling van planten, bomen, vruchten en noten ook mee. Leuk daarbij zijn de foto’s van diverse bomen en struiken door de vier seizoenen heen. Centraal in de verhalen staat de vraag: wat definieert nu eigenlijk een voedselbos? Daarbij wordt het voedselbos gezien als een vorm van alternatieve landbouw. Maar is het wel echt een vorm van landbouw, of gaat het toch meer om natuur? Volgens Van Eck gaat het om beide; het een sluit het andere immers niet uit.
De belangrijkste verschillen tussen een voedselbos en de reguliere landbouw zijn dat het in het laatste geval gaat om de teelt van eenjarige monocultuurgewassen. Een voedselbos daarentegen betekent gewasverbouwing van de lange termijn: het duurt gemiddeld zo’n tien jaar voordat de eerste gewassen te oogsten zijn. Daarbij gaat het om vele verschillende soorten noten, vruchten, kruiden en groenten. Dat is een van de krachten van het voedselbos: het is door zijn veelzijdigheid erg veerkrachtig. Een slecht seizoen voor het ene gewas betekent niet automatisch hetzelfde voor andere gewassen. “Wij zijn luie boeren”, stelt Van Eck. Hij doelt daarmee op telers met voedselbossen.
In tegenstelling tot de reguliere agrariër staat Van Eck niet jaarlijks te ploegen, eggen, mesten, zaaien, wieden, spuiten en te sproeien. Nee, hij investeert eenmalig, houdt hier en daar wat bij en oogst af en toe. En het grote bijkomende voordeel van het voedselbos tijdens dit hele proces? Het neemt netto CO2 op uit de atmosfeer, dus het draagt ook nog eens bij aan het probleem van de CO2-uitstoot. Nee, zoals het er nu voor staat met voedselbossen gaan ze de wereld niet redden. Maar we moeten alles wel in perspectief zien: de huidige, reguliere landbouw heeft honderden jaren van ontwikkeling achter de rug en ontvangt miljarden aan investeringen. Met zo’n stimulans valt er ook veel meer uit voedselbossen te halen. Een goed begin is daarom het lezen van dit boek.