Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik ben het soms zo zat. Dat iedereen de afgelopen tien weken maar deed alsof we zoveel tijd over hebben. Tijd om op te ruimen, om nieuwe dingen te leren en om alle achterstallige klussen aan huis en tuin te doen. Terwijl ik net zo druk als anders was en ik om me heen ook vooral mensen zag die het juist drukker kregen.
Iedereen in de zorg draait meer dan dubbele diensten en daarmee hun gezinnen ook. Iedereen met kinderen kreeg er twee banen bij: die van juf/meester en van naschoolse opvang. Iedereen kreeg er bovendien meer zorgen bij over de eigen gezondheid, die van (oudere) naasten en over zijn baan of eigen bedrijf. Iedere ondernemer kreeg haast om plannen te ontwikkelen en in te voeren om het hoofd boven water te houden. Dus meer rust? Ik heb er niets van gemerkt.
Naast al die drukte en de zorgen waarmee je probeert om te gaan – in mijn geval onder meer door weinig coronanieuws tot me te nemen – kun je geen blad of krant meer openslaan of tv-zender opzetten, of het gaat over corona. Logisch, want dat virus bepaalt ons hele leven, maar ook ergerlijk, want het bepaalt al ons hele leven.
Gelukkig merk ik dat er weer meer optimisme bij me komt bovendrijven, nu het kabinet iets meer ruimte geeft om te ondernemen en te leven. Zodat we niet langer alleen maar bezig zijn met wat er niet kan, maar ook weer met wat er wel kan. Met de ‘gewone’ dingen, om het zo maar te zeggen: zaken die vóór maart belangrijk waren. Daarom gaat deze editie van Bakkers in bedrijf vooral over die ‘gewone zaken’: wat zijn trends op zuivelgebied, hoe kun je minder suiker gebruiken in gebak en ijs en welke ingrediënten gaan er in echt lekkere veganistische taartjes?
Met dit nummer willen we u weer inspireren op het gebied van wat u het beste doet: lekker brood en banket maken en uw klanten zo goed mogelijk bedienen. Zoals u al deed en doet. In het oude en het nieuwe normaal.