"Vandaag ga ik het bespreekbaar maken. Ik moet het gesprek aangaan. Zo kan het niet langer. Ik heb alle moed verzameld, maar als puntje bij paaltje komt, blijkt opnieuw hoe moeilijk ik het vind. Ik zeg niet wat er eigenlijk op mijn lippen brandt. In andere situaties ben ik zeer welbespraakt en ben ik ook assertief. Als het op inhoud aankomt, ja dan durf ik met iedereen de degens te kruisen. Dat doe ik ook graag. Mijn collega’s kennen mij als ruwe bolster... Je zou kunnen zeggen dat ik meer dan goed van de tongriem ben gesneden. Ook dat is soms lastig, want ik wil voorkomen dat een ruzieachtige sfeer ontstaat, maar daar gaat het nu niet om. Ik vind het lastig om mensen aan te spreken op hun gedrag en houding. En dat is niet handig als collega, maar ook niet als leidinggevende. Ik vermijd dit type gesprekken. Ik wil de sfeer goed houden. Ik realiseer mij nu dat ik er misschien te vaak omheen draai, het uit de weg ga.”
Is dit vreemd? Nee, dat is het zeker niet. De meeste mensen hebben er moeite mee om dit soort gesprekken aan te gaan. Gesprekken over houding en gedrag, afspraken die zijn gemaakt, verplichtingen die niet nagekomen worden, verantwoordelijkheden enzovoorts. Dit komt omdat we de natuurlijke neiging hebben om te overleven en alles willen voorkomen wat dit kan bedreigen. Onbewust zijn we hier 24/7 mee bezig. Ons brein maakt hierbij geen onderscheid tussen fysieke en mentale bedreiging. En hoe moeilijk dit misschien ook voor te stellen is, maar gesprekken waarin je de ander wilt aanspreken, beschouwen we onbewust als bedreigend. We gaan de 'confrontatie’ aan en kunnen de reactie van de ander hierbij niet of nauwelijks inschatten. De ander kan boos worden, gaan huilen of de boodschap als kritiek opvatten. We kunnen onvoldoende inschatten hoe de ander reageert en daarmee plaatsen we onszelf in een onvoorspelbare, kwetsbare situatie. Een risicovolle situatie. Dit vindt ons brein niet prettig en daarom blijven we om de hete brij heen draaien. Daarmee los je het niet op, want je blijft bezig met het gedrag van de ander. Maak het daarom bespreekbaar.
Hoe voer je het gesprek?
Om te beginnen kun je starten met feedback geven volgens de daarvoor geldende regels. Een veelgebruikte aanpak daarvoor is de ‘OEPS-methode’: je geeft feedback door je observatie van het gedrag met de ander te delen, waarna je vervolgens het effect hiervan op jou beschrijft. Nu zeg je niets, je laat een stilte (pauze) vallen. Als de boodschap is geland, kijk je samen naar suggesties of oplossingen voor de toekomst. Als dit niet het gewenste resultaat oplevert, kun je in het vervolg kiezen voor een meer confronterende aanpak. Deze lijkt in veel op de OEPS-methode, maar nu verwijs je naar mogelijke consequenties als het gedrag niet verandert. Ga vooral niet in discussie. Spiegel de emotie die je waarneemt bij de ander. Ga verder niet in op de reactie van de ander, maar laat stiltes vallen – er is immers geen ruimte voor discussie – en herhaal je boodschap. Als de eerste emotie is verdwenen, werk je aan de relatie en de oplossing. Laat de oplossing vooral aan je gesprekspartner en maak hier heldere, concrete afspraken over. Sluit het gesprek af door je vertrouwen uit te spreken in de toekomst.
Jannes Schuiling is zelfstandig organisatieen HR-adviseur.
T: 06 - 22 97 45 01
jannes@schuilinggroep.nl
www.schuilingconsult.nl