VBZ, de branchevereniging voor koek, snoep, chocolade, zoutjes en noten, heeft onderzoek laten doen naar het Sinterklaasfeest. Wie vieren het, wat zijn de meest populaire Sinterklaas lekkernijen en welke rol spelen de prijsstijgingen?
Dit jaar viert precies de helft van de Nederlanders Sinterklaas. Het feest blijft dus een populaire Nederlandse traditie. Gezelligheid is de belangrijkste reden voor volwassenen om het feest te vieren. Daarnaast noemen ze ook nostalgie en traditie.
Sinterklaaslekkernijen
Naast de pakjes spreekt het feest ook aan vanwege de zoete lekkernijen. De top vijf is ten opzichte van 2023 ongewijzigd. Strooigoed steekt er weer met kop en schouders bovenuit: 27 procent van de consumenten koopt het. Daarna volgen de chocoladelekkernijen, zoals letters, figuren, nepmunten. Deze blijven ondanks de prijsstijgingen onverminderd populair (17 procent). De top vijf bestaat verder uit respectievelijk gevulde speculaas - de favoriet van 45-plussers - met 14 procent, de amandelstaaf – de favoriet van 65-plussers – met 11 procent en tot slot de gewone speculaas: 9 procent.
Prijzen
Evenals als vorig jaar letten veel consumenten op aanbiedingen, bezoeken discounters of pakken vaker een huismerk. Opvallend is dat meer consumenten dan vorig jaar aangeven net zoveel in te kopen als bij eerdere vieringen; een stijging van drie procentpunten. Aanbiedingen lijken goed te werken, want die worden dit jaar vaker genoemd (22 procent) als manier om de prijsstijgingen bij het inkopen het hoofd te bieden. De 65-plussers letten het meest (26 procent) op aanbiedingen en de jongvolwassenen worden het meest (28 procent) door A-merken aangesproken. Het algemene beeld is een loyale consument als het gaat om de tradities van het Sinterklaasfeest. En wellicht niet onverwacht, hoe hoger het inkomen hoe minder men op de prijzen let en hoe vaker men Sinterklaas viert.
Eigen verantwoordelijkheid
Als het gaat om de verantwoordelijkheid om niet teveel lekkers te consumeren, geeft ruim negen op de tien consumenten aan dat dit toch echt de eigen verantwoordelijkheid betreft. Onder de 25 jaar (18-24 jaar) wordt door één op vijf overheid of bedrijfsleven hierbij een rol toebedeeld, maar boven de 25 jaar is hier praktisch geen draagvlak voor te vinden.
Deze uitkomsten zijn gebaseerd op een peiling van Peil.nl onder 4.000 respondenten door het hele land.