Foto: Herbert Wiggerman
Komend weekend vertegenwoordigen Giel Vermeulen en Suranga Kellaert Nederland namens het Boulangerieteam in de Bakery Arena, die van 21 tot en met 24 januari plaatsvindt op Sigep. Daar strijden boulangers uit negen verschillende landen om de Bread in the City-cup. Giel: “We kijken uit naar de wedstrijd met een gezonde dosis stress.”
Vijf maanden geleden begonnen Giel en Suranga aan de voorbereidingen voor Bread in the City. “We moeten 18 verschillende producten maken, waaronder getoerd gerezen, brioche, hartige en zoete taarten en ciabatta”, vertelt Giel. “Er zijn strenge eisen aan het aantal producten en de grootte daarvan, maar de rest mogen we helemaal zelf invullen.” Ze worden daarbij ondersteund door het Boulangerieteam en door hun coaches Niek van Waarde en Michel Schröder, die in 2020 zelf de wedstrijd wonnen. “Ze begeleiden ons, vertellen wat er goed gaat en geven tips over wat beter kan.”
Deelname aan de wedstrijd is een mooie en leerzame ervaring. “Het leuke is dat je technieken kan gebruiken waar je als bakker niet aan toe komt, omdat ze ingewikkeld zijn of veel tijd of geld kosten.” Als voorbeeld noemt hij het getoerd gerezen product dat ze tijdens de wedstrijd gaan maken. “We werken met meerdere kleuren deeg die je in de laatste stap bovenop legt. In de oven zet het deeg uit waardoor je mooie bladering krijgt. Voor de smaak maakt dat geen verschil, maar voor een wedstrijd is het een hele leuke toevoeging.”
De andere landen die deelnemen zijn Mexico, Peru, Portugal, China, Kroatië, Israël, Italië en Spanje. “Je komt tijdens een wedstrijd veel vakgenoten tegen die het enthousiasme voor het vak delen. Als je bijvoorbeeld samen gaat eten, leer je de andere teams kennen en wissel je recepten uit”, vertelt Giel. Maar verder houden Giel en Suranga zich niet bezig met de concurrentie en focussen ze liever op de wedstrijd zelf, waar ze ondanks de spanning naar uitkijken. “We gaan ons best doen, meer kunnen we niet. Het geeft een heel euforisch gevoel om alle producten binnen de tijd af te krijgen. En we weten dat we dat kunnen.”