Mede-werkers

13 juli 2020 Jos den Otter

Dit is mijn laatste column voor Bakkers in bedrijf. Na bijna 10 jaar voorzitter van de NBOV te zijn geweest, is het tijd voor een nieuwe uitdaging. Ik weet nog niet hoe die eruitziet; hoewel ik uitdagingen genoeg heb, is er nog niets concreets op mijn pad gekomen. Maar: als je geen deuren sluit, heb je ook geen tijd om nieuwe te openen.

En daarmee kom ik op een kritische noot die ik graag kwijt wil. Als werkgever heb je op een aantal vlakken weinig invloed op je medewerkers. Denk aan ziek melden, een verstoorde arbeidsrelatie, werkroosters enzovoort. Begrijp me goed: ik ben absoluut voorstander van ‘het samen doen’, maar de overheid legt inmiddels wel erg veel risico’s op het bordje van de werkgever. Een voorbeeld: vandaag vertelde mijn dochter, die als hr-manager in de horeca werkt, over een medewerker die al maanden arbeidsongeschikt is. Na een weekje aanwezigheid meldt hij zich weer ziek – en daarmee begint het hele circus weer van voren af aan. Waarom? Dat is voor iedereen een raadsel. De NBOV kan dit soort zaken niet voorkomen. Wel kunnen we de overheid van de werkgeverskant bij dergelijke uitdagingen betrekken.

Genoeg geklaagd: gelukkig staat in onze sector de meerderheid van de medewerkers – samen met hun werkgever – voor kwaliteit in producten én in gastheerschap. En dat doen ze met trots en passie. Mijn bedrijf is groot geworden dankzij die medewerkers. In deze tijd, waarin arbeid een groot goed is, maar ook arbeidsbehoud van groot belang is, zou iedereen zich daarvan nog meer bewust moeten zijn. Daarom: dank voor de jaren waarin ik dit als voorzitter voor de NBOV-leden heb mogen begeleiden.

Tot slot moet mij toch nog één ding van het hart: ook onder werkgevers zijn er meelopers, die profiteren van de NBOV als belangenbehartiger. Misschien kunnen zij voortaan wat minder hard roepen dat de overheid het ze lastig maakt?

Altijd op de hoogte blijven?