Beeld boven: Ron Lach via Pexels
Verpakkingen verduurzamen in rap tempo. Als je niet verduurzaamt, verlies je het van de “groene” verpakking van de concurrent in het schap. Maar écht verduurzamen is vaak lastig en nog vaker duur. Dus dan doen we toch gewoon alsof?
Op 9 februari 2021 belandde er een persbericht in mijn inbox: Campina Biologisch verwijdert plastic dop van literverpakkingen. De “vernieuwde schenkopening” maakt de plastic draaidop overbodig, aldus het bericht. Die vernieuwde schenkopening is ruitvormig en vouw je in elkaar na gebruik. Klinkt bekend, niet? Ik herinner me nog goed dat het schudden van zo’n zuivelpak vaak troep gaf, dat het karton zompig werd en dat de rand bedekt raakte met aangekoekte yoghurt. Grote kans dat de nieuwe oude zuivelpakken weer vaker onopgemaakt in de prullenbak belanden. Maar het scheelt wel miljoenen plastic dopjes, hoera! Lekker gewerkt Campina.
Ook Lipton wist me te verbazen met haar duurzaamheidsmarketing. Een persbericht van 5 juli 2021 was getiteld: Lipton zorgt voor 10 miljard groenere kopjes thee per jaar. De theezakjes die in Europa worden geproduceerd zijn vanaf nu “op plantaardige basis” gemaakt, waardoor ze volledig composteerbaar zouden zijn. Verderop in het bericht geeft Lipton meer info: de zakjes worden gemaakt van papier en PLA, een “biologisch afbreekbaar plastic”. Het theemerk hoopt dan ook “dat theedrinkers hun theezakjes in de groene bak gooien”.
Bij de gemiddelde consument komt dit vast heel duurzaam over, maar er is een probleempje: PLA breekt bij de huidige manier waarop we groente-, fruit- en tuinafval verwerken helemaal niet op tijd af. Daarom wordt het materiaal uit het gft gezeefd en alsnog verbrand. Milieu Centraal raadt dan ook aan om dit soort materialen bij het restafval weg te gooien. Niet bij het plastic afval inderdaad, want composteerbaar plastic vermindert de kwaliteit van gerecycled plastic. Mij maak je niet wijs dat Lipton hier niet van op de hoogte is. Maar het staat wel lekker groen, dat fully plant-based tea bags op het label.
Lipton weet het dus slim te framen, met haar “10 miljard groenere kopjes thee”. Groener ten opzichte van Liptons eigen nylon theezakjes inderdaad, waar het bedrijf in 2006 mee begon (eerst in de Verenigde Staten, later in Europa). Maar “We produceerden jaarlijks 10 miljard nylon theezakjes aan afval, nu produceren we jaarlijks 10 miljard niet-echt-afbreekbare plastic theezakjes aan afval” staat toch minder goed, zo bovenaan een persbericht.
Greenwashing in de supermarkt
Campina en Lipton brengen hun verpakkingen als vernieuwend, progressief, duurzamer, terwijl ze eigenlijk gewoon teruggaan naar waar ze gebleven waren. Ze nemen de “verduurzaming” van hun verpakkingen daarbij graag mee in hun design. En ze zijn niet de enige. Geef je verpakking een kartonnen look of een groen kleurtje en het ziet er meteen een stuk duurzamer uit. Of plak er de term “100% recyclebaar” op. Het zegt niet dat het materiaal van de verpakking gerecycled is, en ook niet of dat na gebruik gebeurt, maar het staat wel lekker groen. Vegan logo erbij en de prijs kan ook nog een euro omhoog. Zo kost de AH margarine bijvoorbeeld € 2,36 per kilo. De vegan AH plantenmargarine, die inderdaad in een groen jasje zit, is bijna € 1,50 per kilo duurder. De ingrediënten zijn redelijk vergelijkbaar, maar de weipoeder is weggelaten in de plantaardige variant.
Toen ik andere mensen vroeg naar voorbeelden van vraagtekens opwekkende duurzaamheidspogingen van verpakkingen, noemde iemand de bakjes yoghurt van Almhof. Zo’n bakje weggooien schijnt nogal een avontuur te zijn. Het dekseltje moet bij het plastic afval, de seal bij het restafval, het etiket moet je losscheuren en bij het oud papier verzamelen en de binnenverpakking moet weer bij het plastic. Ik vraag me af hoeveel consumenten deze moeite daadwerkelijk nemen.
Maatregelen, nuttig of schadelijk?
Als er een lepeltje bij dat Almhofyoghurtje had gezeten, was die sinds 3 juli 2021 overigens niet meer van plastic, maar van karton geweest. Sinds die dag geldt namelijk een verbod op plastic wegwerpartikelen in de EU, met rietjes als bekendste voorbeeld en inmiddels boegbeeld van het verbod. Sinds de nieuwe regel halen we daarom geen plastic, maar kartonnen rietjes uit een plastic cellofaantje, dat vastgeplakt zit aan een gedeeltelijk van plastic gemaakt pakje chocomel, met melk van koeien uit de bioindustrie. Twee slokken later is het rietje zompig en vies van smaak geworden. Maar hé, wel één plastic rietje bespaard.
Vrij nutteloos, gezien zo’n 0,0025% van de plastic soep uit die beruchte rietjes bestaat, als ik de cijfers mag geloven. Neem andere wegwerpplastics mee en het percentage ligt uiteraard hoger, maar het huidige verbod is alsnog een druppel op een gloeiende plaat. Want wist je dat 46% van de Great Pacific Garbage Patch uit visnetten bestaat? In de plastic soep in de Noordzee is dat 45%.
Ook plastic flessen zijn een belangrijke bron van al het plastic afval. Daarom is het sinds juli 2021 verplicht om 15 cent statiegeld te rekenen op kleine plastic flesjes (in 2022 volgen de blikjes). Het is een manier om grondstoffen beter te (her)gebruiken en zwerfafval te verminderen. Ten minste, dat is het doel, maar tot nu toe niet het (enige) gevolg. Producenten stappen door de statiegeldplicht namelijk massaal over op drankenkartons. En die zijn voorzien van verschillende lagen, jawel, plastic.
Afleidingsmanoeuvres
De verduurzaming van verpakkingen leeft, zoveel is duidelijk. Maar wat er nu aan het gebeuren is zet geen zoden aan de dijk. Natuurlijk zitten er hobbels in de weg en dat is niet erg, maar de manier waarop bedrijven en vooral overheden nu hun verantwoordelijkheid negeren, dat zijn geen hobbels in de weg. Dat is het gevolg van een consumptiemaatschappij waarin de klimaatcrisis het altijd zal verliezen van het kapitalistische systeem.
Producenten en overheden wringen zich in allerlei bochten om duurzaam te lijken, zodat ze niet duurzaam hoeven te doen. Ondertussen wordt een onevenredig groot deel van de verantwoordelijkheid bij het individu gelegd. “Gunstig” gevolg daarvan is dat het ons afleidt van de echte vervuilers, van de grote bedrijven, van de moneymakers voor de overheid. En van de visnetten in de plastic soep.
Dit artikel staat ook in de Verpakkingsspecial 2021. Helemaal lezen? Klik dan hier.