Wanneer en waarom moet ik het percentage van ingrediënten op de verpakking van producten vermelden?
Pauline Houtsma, kennisspecialist warenwet: “Van ingrediënten, zoals bijvoorbeeld kaas, vruchten of noten, moet op de verpakking van het product het percentage worden vermeld als ze nadrukkelijk genoemd of afgebeeld worden of als ze kenmerkend zijn voor een product. Deze regels – de kwantitatieve ingrediëntendeclaratie, ofwel KWID – bestaan om consumenten beter te informeren.”
De regels zijn vooralsnog alleen van toepassing op voorverpakte producten. Bij dagverse krentenbollen in uw eigen winkel is KWID niet verplicht, levert u ze in de consumentenverpakking aan de plaatselijke supermarkt, dan wel. KWID op voorverpakte producten is van belang voor ingrediënten waarop minimaal een van de volgende situaties van toepassing is:
- Het ingrediënt komt voor in de productnaam of het wordt met de verkoopnaam geassocieerd, zoals roomboterstroopwafels (het percentage roomboter en stroop).
- Het ingrediënt staat opvallend in woord of beeld op een etiket of verpakking. Bijvoorbeeld: de tekst ‘bereid met echte boter’ of een plaatje van vruchten.
- Het ingrediënt karakteriseert het levensmiddel of onderscheidt zich van producten waarmee het kan worden verward. Bijvoorbeeld: marsepein (het percentage amandelen).
Het percentage mag in of naast de productnaam staan (bijvoorbeeld: Krentenbollen met 30% krenten) of in de ingrediëntenlijst bij het betreffende ingrediënt (bijvoorbeeld: TARWEbloem, 30% krenten, water, gist, bakkerszout, ……)
Percentage berekenen
Het percentage van een ingrediënt berekent u op basis van het eindproduct, waardoor er rekening wordt gehouden met vochtverlies gedurende de bereiding. Kortom u deelt de hoeveelheid van het ingrediënt volgens het recept door het gewicht van het eindproduct. Bijvoorbeeld u gebruikt 2400 gram krenten en bakt daar 8 kg krentenbollen van. Het percentage krenten is dan 2400/8000 x 100% = 30%.
Overigens mag je volgens voorschriften in het Warenwetbesluit Meel en brood rozijnen en/of krenten in de productnaam van brood gebruiken als het gehalte krenten en/of rozijnen in het brood tenminste 30% bedraagt. Noem je een product ‘vruchtenbrood’, dan gelden er geen wettelijk voorgeschreven minimum percentages.