Afgelopen week was de Coupe du Monde de la Patisserie, het WK voor banketbakkers. In het franse Lyon heb ik genoten en vol bewondering gekeken naar de prestatie die nederland daar heeft neergezet.
Bij deze wedstrijd gaat het om details. Je wint of je verliest. Een voorbereiding van meerdere jaren moet zijn vruchten gaan afwerpen op deze ene dag waarbij alle puzzelstukjes op zijn plaats moeten vallen. Maar dan een breuk op de belangrijkste plek in het chocoladeshowstuk, de jongens proberen uit alle macht hun droom in stand te houden en proberen het probleem op te lossen. Het lijkt na minuten die uren duren toch te lukken. Alles staat! De missie is geslaagd, de jongens zelf juichen, het publiek gaat uit zijn dak. Maar dan.., de breuk die hersteld leek houdt de twintig kilo chocolade die erop rust niet meer, en met de val van de chocolade valt ook de droom uitéén.
Wat was er gebeurd ‘als’ het was blijven staan, wat ‘als’ het zus of wat ‘als’ het zo... We zullen het nooit weten en dit is misschien ook wel de charme of de tragedie van het hoogste na te streven.
Het voelt voor het team misschien als falen om terug te keren zonder een tastbaar bewijs voor hun vakmanschap. Maar wat er na de val gebeurde, had alles met respect te maken voor echte vakmensen die hun vak verstaan, een duizend koppen tellend publiek die met de pijn meevoelde en ademloos minutenlang stil meeleefde met deze tragedie. Niet alleen de aanwezige Nederlanders maar zelfs grote concurrenten zoals Frankrijk, Japan en Italië leefden met deze drie helden mee.
Ondanks dat deze jongens niet in de prijzen zijn gevallen, worden ze toch beschouwd als patissiers die bij de beste van de wereld horen.