Foto: Pixabay

Op 1 juli 2020 wordt het Warenwetbesluit Meel en brood aangepast. U hebt dan nog twee jaar om alle wijzigingen door te voeren. Dat vraagt de nodige voorbereiding. Begin daarom tijdig, want niet alleen de naam van uw brood verandert, maar soms ook de samenstelling.

Wiepkje Colijn is namens de NBOV betrokken bij de gewijzigde regelgeving. Zij adviseert om te beginnen met een plan. “Zet op een rijtje welke aanpassingen u moet uitvoeren. Begin bijvoorbeeld met wij­ziging van de warenwettelijke naam van het product. Die naam geeft aan welk type brood het is, en de samenstelling ervan. Op www.nbov.nl/warenwetbesluit vinden NBOV-leden een voorbeeld van een stappenplan voor de komende twee jaar.”

Opbouwen naam

Een van de belangrijkste wijzigingen is de naamgeving van brood. De nieuwe warenwettelijke naam kan het best als volgt worden opgebouwd:

  1. Benoem de grootte van het brood, dus half, midden(groot) of heel;
  2. Benoem het type brood op basis van de kruimsamenstelling, dus wit, bruin of volkoren;
  3. Noem de naam van het brood naar de samenstelling: eerst de graansoort(en), dan bijzondere, kenmerkende bestanddelen.

Colijn: “Voor een deel van de broden gelden gereserveerde aanduidingen. Dit zijn namen die in de wet staan, met hun samenstelling. In de vernieuwde wet vormt een aantal onderdelen samen de nieuwe warenwettelijke naam, zoals half wit tarwerozijnenbrood, middengroot bruin speltbrood met zonnebloempitten of heel volkorentarweroggebrood. Als de samenstelling van brood niet voldoet aan de wettelijke eisen voor een gereserveerde aanduiding, maakt u een beschrijving, bijvoorbeeld: heel volkorenbrood met spelt, rogge, zaden en pitten.”

Wit, bruin en volkoren

Na 1 juli 2020 deelt u uw broden in naar wit, bruin en volkoren. “U kunt dit op het schapkaartje vermelden,” zegt Colijn, “maar het kan ook handig zijn om de schappen te verdelen in wit, bruin en volkoren, en de andere benamingen (tarwesuikerbrood) op het schapkaartje te vermelden.”

  • Bevat het brood voornamelijk bloem en zijn de zemelen niet zichtbaar, dan noemt u het witbrood.
  • Bevat het brood voornamelijk (volkoren)meel, al dan niet gemengd met gebroken graankorrels en -vlokken, en zijn de zemelen zichtbaar, dan noemt u het bruinbrood. Het advies daarbij is om minimaal 50 procent volkorenmeel te gebruiken.
  • Volkorenbrood bevat uitsluitend volkorenmeel en de zemelen zijn zichtbaar. Ook het volkorenmeel moet verplicht als volkoren zijn aangeduid.

“Het meelbestanddeel in de kruim van het brood bepaalt of uw brood wit, bruin of volkoren is. De decoratie van het brood heeft geen invloed op de benaming van het brood,” benadrukt Colijn. “Zo voorkomt u vragen van consumenten en is het duidelijk wanneer een brood wit, bruin of volkoren is.”

Meer informatie: in een volgend artikel wordt ingegaan op de nieuwe regels rondom (zuur)desem en meergranen. NBOV-leden kunnen de informatie daarover al raadplegen op www.nbov.nl/warenwetbesluit. Hier vindt u bovendien praktische stroomschema’s voor het Warenwetbesluit. Deze staan ook op www.nbc.nl.

Altijd op de hoogte blijven?