Vermogen in de fiscale praktijk

23 november 2019

 

Bij een eenmanszaak, maatschap of vennootschap onder firma kan er sprake zijn van drie soorten vermogensbestanddelen: verplicht privévermogen, keuzevermogen en verplicht ondernemingsvermogen.

Bij een onderneming met als rechtsvorm een BV is de vermogensetikettering duidelijk af te lezen door het juridische eigendom. Bij de eenmanszaak, maatschap of vennootschap onder firma ligt de vermogensetikettering een stuk lastiger.

Verplicht privévermogen

Deze vermogensbestanddelen hebben totaal geen functie binnen de onderneming en komen niet op de balans van de zaak, zoals een woonhuis. Er geldt wel een uitzondering als de woning een toezichtfunctie heeft ten behoeve van de onderneming.

Keuzevermogen

Deze vermogensbestanddelen hebben zowel een zakelijk als een privékarakter. Denk aan een personenauto die zowel privé als zakelijk wordt gebruikt. Een gemaakte keuze privé of zakelijk kan niet meer worden herzien. Uitzonderingen zijn onder andere een wetswijziging en een wijziging in het gebruik. De keuze kan wel weer worden herzien bij aanschaf van een nieuwe auto.

Verplicht ondernemingsvermogen

Vermogen dat uitsluitend wordt gebruikt voor ondernemingsdoeleinden. Denk daarbij aan een bakkerij of winkelpand.

Panden

Bij aanschaf van een vermogensbestanddeel moet de ondernemer zijn keuze maken. Dit speelt voornamelijk bij keuzevermogen omdat er bij verplicht privévermogen of verplicht ondernemingsvermogen geen keuzevrijheid is. Het probleem met toebedelen van het keuzevermogen doet zich vaak voor bij panden waarin de ondernemer woont en van waaruit de onderneming wordt gedreven. Er kan sprake zijn van:

Technisch splitsbaar pand

In het geval het pand technisch splitsbaar is, behoort het woongedeelte (los van toezicht-functie) tot het privévermogen en het zakelijke gedeelte tot het ondernemingsvermogen.

Technisch niet splitsbaar pand

In dit soort gevallen zijn er drie mogelijkheden, namelijk het pand krijgt als vermogensetiket privé of ondernemingsvermogen, of het pand gaat administratief gesplitst worden.

De keuze kan grote gevolgen hebben voor kostenaftrek en vermogensresultaten. Vroeger werd een pand vaak op de zaak gezet in verband met afschrijvingsmogelijkheden. Nadeel hiervan is dat op het moment van verkoop van het pand of staken van de onderneming over de meerwaarde van het pand (progressief) inkomstenbelasting moet worden betaald. Vooral als de ondernemer na staken van de onderneming in het pand wil blijven wonen, geeft dit problemen omdat er ook geen geld beschikbaar komt voor het betalen van de belasting.

Foutenleer

Indien bij de keuze een fout is gemaakt, kan dit met behulp van de foutenleer worden gecorrigeerd. Dit speelt vooral bij panden die splitsbaar zijn en waarbij het privégedeelte ten onrechte op de zaak is gekomen. In de laatst openstaande aangifte inkomstenbelasting kan dit dan worden gecorrigeerd. Het privégedeelte wordt dan tegen de kostprijs naar privé overgebracht. Het verschil tussen de boekwaarde en de kostprijs dient in de belastingheffing te worden betrokken.

 

Dit artikel verscheen eerder op: Vakblad IJS!

Altijd op de hoogte blijven?