WAGENINGEN – De term ‘ambachtelijk’ moet worden beschermd om misbruik ervan te voorkomen. Daarvoor pleit Jacques, interim-voorzitter van de Vereniging van Ambachtelijke IJsbereiders (VAIJ). Ook moet het voor een consument duidelijker worden wat het niveau van vakbekwaamheid is van een ijsbereider, vindt Vos. Hij doet zijn uitspraken in reactie op kritiek uit de ijssector op het gebruik van de betiteling ‘ambachtelijk ijs’.
Pottendraaiers
De kritiek is afkomstig van Frans Verstappen, eigenaar van Gelato di Casa in Montfort en van Edo Engelkes van Vonk’s Automatiek in Winschoten. Verstappen stelt dat de term ‘ambachtelijk ijs’ wordt misbruikt door ijsbereiders en –verkopers die helemaal geen ambachtelijk ijs maken. ‘Pottendraaiers’ noemt de Montfortse salonhouder deze vakbroeders. “Ze kopen de basismix bij de groothandel en werken met een diepvries”, laat hij tegenover Snackkoerier weten. In zijn ogen is een ambachtelijk ijsbereider iemand die dagelijks een vers product maakt en waarvan de mix niet uit een pot komt.
Centenkwestie
Verstappen krijgt bijval van Engelkes die stelt dat het voorbehouden van de omschrijving wat ‘ambachtelijk’ is, een centenkwestie is. “De omschrijving ‘ambachtelijk ijsbereider’ zou voorbehouden moeten zijn aan echte ambachtsmensen die het vakmanschap hoog hebben zitten. Dat is nu niet het geval en dat vind ik discutabel. Iedereen wordt nu over één kam geschoren, maar er zijn grote verschillen.” Engelkes roept daarom op dat alleen écht ijsbereiders mogen worden toegelaten tot de VAIJ. “IJsverkópers behoren tot een andere groep. Zij hebben bijvoorbeeld geen eigen receptuur. Er moet selectie worden toegepast.”
Steken vallen
Ook Verstappen vindt dat de VAIJ steken laat vallen. “Het gros van de leden is geen ambachtelijk ijsbereider, dat vind ik kwalijk. Er moet een duidelijke scheiding komen.” Verstappen erkent dat het oordeel van de klant uiteindelijk doorslaggevend is. “Die proeft het verschil wel.”
Misleiding
Kritisch is Verstappen verder over de producten die de groothandel aanbiedt onder de noemer ‘ambachtelijk ijs’. “Dat is misleiding”, vindt hij. “Het komt namelijk uit de fabriek. Ik zeg niet dat het slecht is, maar je moet wel het eerlijke verhaal vertellen.”
Niet beschermd
Jacques Vos vindt de kritiek voor wat betreft het misbruik van de term ‘ambachtelijk’, deels terecht. “Verstappen heeft helemaal gelijk als hij zegt dat de naam ‘ambachtelijk ijs wordt misbruikt: maar zeker niet door de ambachtelijk ijsbereiders in Nederland!”, benadrukt hij. “Helaas wel door de industrie. Hoe jammer ook, de term ‘ambachtelijk ijs’ is niet beschermd. Je komt het in iedere supermarkt tegen. Daar staan vrieskasten vol met ‘ambachtelijk ijs’, waar helemaal niets ambachtelijks aan is.”
Ander product
Hij vervolgt: “Industrieel ijs wordt lang van tevoren bereid. Waarschijnlijk is het al een halfjaar of eerder uit een continuvriezer in de fabriek gekomen en heeft lange tijd in een groot vrieshuis gestaan. Industrieel ijs is een gewoon ander product waar meestal twee keer zoveel lucht in zit dan in echt ambachtelijk ijs. Als je de prijzen bekijkt, dan kan dat ook haast niet anders. Lucht kost weinig.”
Ongenuanceerd
De uitlatingen van Verstappen over ambachtelijke ijsbereider die hij betitelt als ‘pottendraaiers’, noemt Vos ‘ongenuanceerd’. “Zo maakt hij veel goedwillende ijsbereiders onterecht te schande. Vakmanschap kent altijd verschillende niveaus van vakbekwaamheid. Dat kom je in elk ambachtelijk beroep tegen en dat geldt ook voor ijsbereiders. De ene ijsbereider maakt zijn recepten helemaal zelf en de ander wordt hierbij in meer of mindere mate geholpen door zijn leverancier. Of je om 05.00 uur opstaat of om 08:00 uur, of je met traditionele Italiaanse recepturen werkt of niet, heeft niets te maken met de kwaliteit van je ijs. Het zegt misschien wel iets over de aanwezige kennis en bedrijfsvoering. Eén ding is zeker: een ambachtelijk ijsbereider moet hard werken om zijn ijs elke dag vers in de vitrine te hebben staan.”
Consument bepaalt
“Natuurlijk is er niets mooiers dan al je smaken helemaal zelf te maken, daarmee onderscheid je je nu eenmaal van je collega’s. Maar ik weet bijna zeker dat er ook bij Verstappen wel een blik te vinden is waar de smaakpasta uit komt. Dat hoeft uiteindelijk ook niets af te doen aan het vakmanschap van de ijsbereider: er zijn nog heel veel andere factoren die een rol spelen bij smaak- en kwaliteitsbepaling van ambachtelijk ijs. Uiteindelijk, zoals Verstappen ook zegt, is het de consument die bepaald of hij nog een keer bij je terugkomt.”
Loze kreet
Vos gaat verder in op de kritiek van Verstappen dat het gros van de VAIJ-leden geen ambachtelijk ijsbereider zou zijn. “Een loze kreet die nergens op slaat”, vindt de VAIJ-voorzitter. “Ik begrijp de frustratie van Verstappen als het gaat om misbruik van de naam ‘ambachtelijk’. Maar om zijn collega’s, die het misschien net iets anders doen dan hij ‘pottendraaiers’ te noemen en over één kam te scheren, vind ik zeer onterecht. Het IJscentrum heeft niet voor niets de afgelopen 16 jaar honderden ijsbereiders opgeleid, die ieder op hun eigen wijze en eigen niveau hun ambachtelijk ijs bereiden in binnen- en buitenland. De VAIJ ondersteunt de branche al jaren, waardoor de populariteit van ambachtelijk ijs alleen maar is gestegen. Waar we de komende jaren zeker voor moeten waken is, dat door de populariteit van het ambachtelijk ijs, de industrie geen pop-up stores gaat neerzetten, op voor ijsbereiders onbetaalbare A-locaties, onder de noemer van ‘ambachtelijk schepijs’. Dat is misleidend en zou verboden moeten worden.”
Uitnodiging
De VAIJ-voorzitter en manager van het IJscentrum besluit met de uitnodiging aan de critici om een lesdag mee te komen draaien op het IJscentrum. “Om zo meer inzicht te krijgen in de bereiding en verwerking van echt ambachtelijk ijs. Misschien helpt dat te voorkomen dat er berichten verschijnen die onze mooie branche alleen maar schaden.”