Theo Heere is directeur van de VBZ, branchevereniging in lekkers: leden houden zich bezig met de productie van koek, snoep, chocolade, zoutjes en chips. Grootste uitdaging voor de branche is suiker- en zoutreductie. VBZ zet vooral in op maximale portiegrootte en heldere informatie, zodat de consument een bewuste keuze kan maken. Maar, vindt Heere: “Hier ligt ook een taak voor de overheid en andere versaanbieders, zoals bakkers.”
Foto: Piet Gispen
Heere zit sinds twee jaar bij de VBZ. Daarvoor had hij een gevarieerde carrière, met onder meer een eigen onderneming. Hij weet dus hoe het is om een MKB-bedrijf te hebben. Daarnaast stond hij aan het hoofd van Nutricia. Handig, want de leden van VBZ variëren van kleine bedrijven tot grote multinationals.
VBZ ontstond in 2000 uit een samenvoeging van drie bestaande brancheorganisaties. Er zijn ruim honderd leden. De samenwerking gaat goed, want de leden hebben dezelfde doelen, vertelt Heere. “De export is belangrijk voor onze sector, zo’n 70 procent van de goederen wordt geëxporteerd. Duurzaamheid is belangrijk, net als suiker-, vet- en zoutreductie. Voor de merkproducenten gelden de afspraken die zijn gemaakt in het Nationaal Preventieakkoord, bedoeld om de gezondheid van Nederlanders te bevorderen. Een van de afspraken is de suikerreductie in zuivel en frisdrank.”
Wat is er afgesproken in dat akkoord?
“Onder andere dat 70 procent van de merkproducten een aanpassing krijgt voor portiegrootte We hebben afspraken gemaakt over maximeren, portioneren en communiceren. Niet alleen wordt de portiegrootte van producten eventueel aangepast, maar ook communiceren we daarover op de verpakking. Die bestaat uit een aantal koekjes of dropjes, in plaats van een hele rol of zak.”
Zetten jullie ook in op suiker-, zout- en vetreductie?
“Ja, dat gebeurt ook. Zo is Nestlé bezig met de holle suikertechniek. Daardoor is minder suiker nodig. Daarnaast worden incidenteel zoetstoffen gebruikt. Het toepassen van dit soort suikervervangers in alle voedselproducten is echter niet toegestaan. Mijns inziens moeten we ons vooral richten op het maximaliseren van de portiegrootte.
Op gezondheidsgebied kunnen we eerlijk zijn: wil je sterk worden, dan kies je voor broccoli of kipfilet. Bij onze producten draait het om de smaak en geluk. Het moet vooral lekker zijn. Ga je suiker, vet en zout minimaliseren, dan raak je ons unique sellingpoint: de smaak. Af en toe jezelf trakteren moet kunnen, want dat zorgt voor een geluksgevoel. Met de reductie van het suikergehalte in onze producten ga je de oorlog niet winnen, helemaal niet als het slechts om een paar procent per koekje gaat. Consumenten informeren over gezonde voeding, een gezonde levensstijl en het aanpassen van de portiegrootte, dat werkt wel. Daarom kan de overheid de bal niet alleen bij ons leggen. Het begint al bij de opvoeding van de jeugd. Wat is gezonde voeding? Ook het belang van beweging moet worden bijgebracht. Met de afschaffing van het schoolzwemmen en het aantal uren lichamelijke opvoeding dat onder druk staat, is de overheid niet goed bezig. Bovendien geldt dat ook versbranches iets kunnen doen op het gebied van portiegrootte. Als wij in onze verpakkingen netjes kleinere porties aanhouden, is het raar dat je bij de bakker of in de horeca nog enorme koeken kunt kopen.”
Op het gebied van portiegrootte zie je dus ook een duidelijke rol voor de bakkerij. Werken de VBZ en de bakkerij op bepaalde gebieden samen?
“We werken los van elkaar, al zijn we wel aan het kijken of we naar een gezamenlijk pensioenfonds kunnen gaan. In het verleden werkten de bakkerssector en VBZ volgens mij meer samen. Wellicht wordt het in de toekomst weer meer. Overigens werken we op diverse vakgebieden samen met andere koepelorganisaties, zoals de FNLI (Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie) en VNO NCW. Bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid en gezondheid.”
Hoe wordt de branche geraakt door de coronacrisis?
“Een aantal bedrijven doet het heel goed, vooral de bedrijven die leveren aan retailers. Onze leden doen allemaal business-to-business. Anderen worden hard geraakt door de crisis. Denk maar aan het koekje bij de koffie tijdens vergaderingen of in de horeca. Scholen en kantines zijn dicht, dus er is geen verkoop uit snoepautomaten. Mensen krijgen geen gasten meer over de vloer, dus halen ze geen luxe koekjes meer. En tijdens het winkelen hebben ze oogkleppen op: ze gaan zo snel mogelijk langs de AGF-afdeling (aardappelen, groenten en fruit/red.) en weer naar huis. Omdat men minder autorijdt, is de ‘twee halen, één betalen’-aanbieding voor Autodrop minder interessant. Dus ja, een aantal bedrijven heeft het moeilijk.”
Theo Heere
Zijn carrière begon Theo Heere als arts, maar hij maakte de overstap naar het bedrijfsleven, waarin hij in de medische en voedingsindustrie verschillende leidinggevende functies heeft vervuld. Hij werkte onder meer voor Numico. Daarnaast was hij politiek actief voor de VVD en 50PLUS.