Recht op billijke ontslagvergoeding?

19 januari 2023 Smit en Smit Advocaten Unsplash
Foto: Unsplash

Veel werkgevers weten niet dat een werknemer na op­zegging van de arbeidsovereenkomst met instemming van het UWV, de kanton­rechter alsnog om een billijke vergoeding kan vragen. 

De hoge inflatie, stijgende energie- en vervoerskosten en stijgende rente hebben steeds meer invloed op werkgevers. In onze arbeidsrechtpraktijk is duidelijk een toename van ontslagtrajecten vanwege bedrijfseconomische redenen via het UWV merkbaar. Na een ontslagprocedure stapt een werknemer soms alsnog naar de kantonrechter om een billijke vergoeding (niet te verwarren met de zogeheten transitievergoeding, red.) te claimen. Dat gebeurde ook in de casus waarin de rechtbank Noord-Holland op 19 oktober 2022 uitspraak deed.

In deze zaak moest de kantonrechter beoordelen of de werkgever voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij op grond van bedrijfseconomische omstandigheden heeft mogen besluiten tot het laten vervallen van de functie en arbeidsplaats van de werknemer en dat herplaatsing binnen een redelijke termijn niet mogelijk is.
Op grond van de Ontslagregeling moet een werkgever ter onderbouwing van zijn ontslagaanvraag aannemelijk maken dat er structureel arbeidsplaatsen vervallen door maatregelen die om bedrijfseconomische redenen nodig zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering. Verder moet er geen mogelijkheid zijn om de werknemer binnen een redelijke termijn (al dan niet met behulp van scholing) te herplaatsen in een andere passende functie binnen de onderneming. Ook moet de werkgever aannemelijk maken dat de juiste volgorde voor ontslag is vastgesteld. Het uitgangspunt is dat een werkgever zijn onderneming zo moet kunnen inrichten dat het voortbestaan daarvan ook op langere termijn verzekerd is.

De kantonrechter oordeelde in dit geval dat de werkgever voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een slechter wordende financiële situatie. Van de werkgever kan niet worden verwacht dat zij een werknemer in dienst zou houden met middelen uit de holding, terwijl de omzet terugloopt, de werkmaatschappij verlies draait en het werk vermindert.

Beleidsvrijheid werkgever

Ook oordeelde de kantonrechter dat de werkgever in dit geval voldoende heeft gemotiveerd en verantwoord dat zij bewuste keuzes voor eerdere kostenbesparende maatregelen en kostenposten heeft gemaakt. Dit betreft overigens een beperkte toets door de rechter omdat het de beleidsvrijheid van een werkgever betreft.
Tot slot oordeelde de kantonrechter dat de werkgever voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van werkvermindering. De werkgever heeft gemotiveerd welke ontwikkelingen er vanaf 2010 toe hebben geleid dat er geen werk meer was voor een werkvoorbereider en dat er steeds minder werk voor de werknemer was.
Door dit alles was er volgens de kantonrechter sprake van een redelijke grond voor opzegging van de arbeidsovereenkomst. De opzegging was niet in strijd met de wet, zodat toekenning van een billijke vergoeding niet mogelijk is. 

Heeft u vragen over dit of een ander juridisch onderwerp? Bel of mail dan Smit & Smit Advocaten. 

Logo Smit en smit advocaten_Klein
Smit en Smit Advocaten
Bezoekadres: Prins Bernhardlaan 16, 1131 CH Volendam
Postadres: Postbus 108, 130 AC Volendam
Mr. C.M. (Kees) Smit
Tel. +31 (0)6 20 13 86 69
Mr. J.J.M. (Jack) Smit
Tel. +31 (0)6 20 14 24 49
info@smitensmitadvocaten.nl

Dit artikel verscheen eerder op: Vismagazine

Altijd op de hoogte blijven?