Door onduidelijke allergenenwaarschuwingen op voedseletiket krijgen mensen met een voedselallergie regelmatig een allergische reactie. Dat blijkt uit onderzoek van het UMC Utrecht en TNO onder 157 mensen met een voedselallergie. 46 procent van deze patiënten kreeg door onduidelijke informatie op voedseletiketten een of meerdere allergische reacties. Zes van de 157 patiënten belandde op de spoedeisende hulp.
Allergenenwaarschuwing
De onderzoekers volgden de 157 mensen een jaar lang. Als zij een allergische reactie kregen moesten ze dit melden en een monster van het product opsturen voor analyse. De allergische reacties varieerden van jeukende ogen, overgeven tot levensbedreigende reacties als zwellingen in de keel en effecten op longen en hart. Uit de analyses van de monsters bleek dat in de helft van de producten allergenen als melk, ei of pinda zaten, terwijl er geen waarschuwing op het etiket stond. Ook kwam de allergenenwaarschuwing op sommige etiketten niet overeen met de inhoud van het product.
TNO-onderzoekster Marty Blom: “Dit onderzoek laat voor het eerst zien dat de onduidelijke allergiewaarschuwingen ook daadwerkelijk tot een groot aantal allergische reacties leiden. Als er geen waarschuwing op staat dan kan het dus zijn dat er gewoon wel allergenen inzitten, en omgekeerd, allergenen waarvoor gewaarschuwd wordt worden vaak niet aangetroffen. Mensen weten gewoon niet waar ze aan toe zijn en negeren dus ook regelmatig de etiketten omdat ze er niet van op aan kunnen.”
De patiënten kregen de meeste allergische reacties na consumptie van brood, koekjes en chocola, maar ook na het eten van bijvoorbeeld soep, ijs of vleesproducten. 41 procent van de allergische reacties trad op na het eten van voorverpakt eten. Het onderzoek laat zien dat in 73 procent van de geanalyseerde producten allergenen zitten waarvoor niet werd gewaarschuwd op het etiket.
Aanpassing regelgeving
De onderzoekers vinden dat er betere regels komen voor waarschuwingen op voedseletikettering. In Europa heeft ongeveer 22 miljoen mensen, 3 procent van de Europese bevolking, een voedselallergie. Geert Houben, Principle Scientist bij TNO en hoogleraar bij UMC Utrecht: “Bedrijven en overheden moeten hun verantwoordelijkheid nemen en zorgen voor goede signalering van allergenen. Daarvoor moet juiste Europese regelgeving komen die aangeeft wanneer er wel of niet gewaarschuwd moet worden voor dit probleem. In Australië en Nieuw-Zeeland bestaan dergelijke regels al. Alleen heeft het in Europa geen prioriteit en plaatst het mensen met een voedselallergie dagelijks voor onnodige risico’s. Als van de 157 patiënten die wij volgden al 6 op de spoedeisende hulp belandden, wat betekent dat dan wel niet op Europese schaal, met 22 miljoen voedsel allergische mensen?”