Fiscale grondstofvervangers

5 juni 2020 Bouwer & Officier

Het thema van deze maand is ‘grondstoffen’. Grondstoffen zijn de basis voor het eindproduct.
De belangrijkste ‘grondstof’ voor de onderneming is de ondernemer.

In deze tijd is maar al te duidelijk hoe belangrijk de rol van die ondernemer is. Ik spreek bij deze mijn respect uit voor de manier waarop velen van u het hoofd boven water weten te houden. In de vorige editie kwam al een aantal fiscale maatregelen aan de orde die u kunnen helpen deze periode door te komen, deze keer krijgt u weer nieuwe tips met hetzelfde doel. Want grondstoffen kunt u pas gebruiken als uw zaak draaiende blijft.

Invorderings- en belastingrente

Als een aanslag niet op tijd wordt betaald, moet u normaliter 4 procent invorderingsrente betalen vanaf het moment dat de betaaltermijn is verstreken. Deze wordt nu (tijdelijk) verlaagd naar 0,01 procent.
Belastingrente wordt berekend wanneer een aanslag later dan gebruikelijk is vastgesteld, bijvoorbeeld omdat de aangifte door een uitstelregeling pas later is ingediend, of wanneer er sprake is van een hoger bedrag dan oor­spronkelijk ingeschat. Het tarief van de belastingrente is 8 procent voor de vennoot­schapsbelasting en 4 procent voor overige belastingen.

Doorgaans is de belastingrente te beperken door tijdig een voorlopige aanslag aan te vragen. Om ondernemers tegemoet te komen zal het kabinet ook het percentage van de belastingrente tijdelijk verlagen naar 0,01%.

Lager ‘gebruikelijk’ loon

Een aanmerkelijkbelanghouder – een natuurlijk persoon die ten minste 5 procent aandelen in een BV bezit – die arbeid verricht voor diezelfde BV, moet een zeker ‘gebruikelijk loon’ aangeven. Daarover is (loon- en) inkomstenbelasting verschuldigd. Volgens de normale regels geldt dit ook als de omzet in een jaar lager is. Vanwege de coronacrisis mag een aanmerke­lijkbelanghouder het gebruikelijk loon van het jaar 2020 verlagen als sprake is van omzet­daling. De verlaging moet in verhouding staan tot de omzetdaling.

Coronareserve

Volgens de normale regels is een door een vennoot­schapsbelastingplichtige geleden verlies van enig jaar ‘achterwaarts’ verrekenbaar met de winst van het voorafgaande jaar (en met de winst van de daarop volgende 6 jaren). Een eventueel verlies van 2020 kan echter pas bij de aanslagregeling van het jaar 2020, dus in 2021, worden verrekend.

Omdat het kabinet het wenselijk acht dat bedrijven eerder over de noodzakelijke liquiditeit kunnen beschikken, is de mogelijkheid van een ‘coronareserve’ in 2019 in het leven geroepen. Op de slotbalans van het jaar 2019 mag hierdoor een fiscale reserve worden gevormd tot maximaal het bedrag van de fiscale winst van 2019. De fiscale coronareserve mag echter niet hoger zijn dan het in 2020 te verwachten verlies door de coronacrisis. Het (verwachte) verlies van 2020 kan al bij de aanslag van 2019 worden benut.

Vrije ruimte werkkosten

De ‘vrije ruimte’ in de werkkostenregeling voor het jaar 2020 wordt verhoogd tot 3 procent voor de eerste 400.000 euro aan loonsom per werkgever. Het doel is mogelijkheden bieden aan werkgevers die daar de ruimte voor hebben om hun werknemers in deze moeilijke tijd extra tegemoet te komen, bijvoorbeeld door het sturen van een bloemetje of een cadeaubon.

Bouwer en Officier

De auteur, Jack van der Voorn, is accountant bij Bouwer & Officier Accountants en Belastingadviseurs voor bakkers te Hazerswoude, 071-3419000.

Meer info: www.bouwer-officier.nl.

Altijd op de hoogte blijven?