We zitten niet alleen in een energietransitie, maar ook in een voedseltransitie. En dat is geen toeval: beide zijn onlosmakelijk met de verandering in ons klimaatbewustzijn verbonden. In hun boek The Future of Food – Een nieuw recept voor de voedingssector houden auteurs Jorg Snoeck en Stefan Van Rompaey de belangrijkste ontwikkelingen die plaats (zullen) vinden tegen het licht. Aan de hand van voorbeelden, zowel dicht bij huis als aan de andere kant van de wereld.
The Future of Food is een actueel boek. Het begint met dé grote uitdaging waar de voedingsindustrie tegenaan loopt: hoe gaan we op relatief korte termijn 10 miljard mensen van voldoende voedsel voorzien? Hoewel hun boek vlot is geschreven, trappen de Belgische auteurs in eerste instantie vooral open deuren in: ons huidige voedsel- en distributiesysteem staan onder druk, de consumptie van voedingsmiddelen zal in de toekomst sterk veranderen en COVID heeft veranderingen die al in gang waren gezet, sterk versneld. Desalniettemin zijn die open deuren wél waar de voedseltransitie om draait. En de grote aanjager van deze voedseltransitie is, zoals altijd, de consument.
Mensen zijn bewuster met hun eten bezig, letten meer op duurzaam en lokaal, maar lijken tegelijkertijd prijsbewuster dan ooit. Door technologische innovaties is de individuele klant heel zichtbaar geworden. En daar is de klant zelf zich ook van bewust. Of zoals de auteurs het zo mooi verwoorden: “Standaard is uit den boze; er is geen one size fits all.” Voor de jongere generatie is consumptie een medium geworden om je identiteit uit te drukken. En in dat maatwerk gaan foodretailers en producenten mee. Zo geven apps van supermarkten persoonlijk voedingsadvies en stellen bedrijven aan de hand van een DNA-profiel een gepersonaliseerd dieet samen, om slechts enkele voorbeelden te noemen.
In de kern is The Future of Food een aaneenschakeling van voorbeelden van innovaties en strategieën waar foodretailers en voedingsfabrikanten zich mee bezighouden. Snoeck en Van Rompaey leveren daarbij een indrukwekkende lijst af. Maar dat is meteen ook een zwakker punt van het boek: het leest vooral als een lange lijst van opsommingen. De auteurs hebben alle voorbeelden weliswaar ingedeeld in zes hoofdstukken, maar met uitzondering van het laatste hoofdstuk lijkt de volgorde vrij willekeurig. Toch is het boek relevant, en een indrukwekkend verzamelwerk van actuele innovaties en strategieën in de voedingsmiddelenindustrie. Het zou – voorlopig althans – bijna als standaard naslagwerk kunnen dienen.