Dennis van Schaijk is plantmanager bij meelfabriek Meneba, sinds enkele jaren onderdeel van Dossche Mills in Rotterdam. “Ik kan echt meebouwen aan de ontwikkeling van deze organisatie. Dat maakt me tot een gelukkig mens.”

Als plantmanager is Dennis van Schaijk eindverantwoordelijk voor het productieproces van de meel- en bloemsoorten die moeten voldoen aan een constante kwaliteit, hij melangeert tarwesoorten en zet zich in voor een duurzamer productieproces.

Het graanverwerkende bedrijf Meneba, meelfabrieken der Nederlandse bakkerij, zorgt ervoor dat Nederlandse bakkerijen dag in dag uit brood kunnen blijven bakken. Dat doet het bedrijf al sinds 1915 en nog altijd op dezelfde locatie: aan de Rotterdamse Maashaven. De grootste meelfabriek van Europa produceert elk uur 90 ton en heeft een jaarlijkse productie van 600.000 ton. De tarwe en rogge die daarvoor nodig zijn, zijn bijna volledig afkomstig uit Duitsland en Frankrijk en komen met schepen in de Maashaven tot aan de kade voorgevaren.

Op vijftienjarige leeftijd begon Van Schaijk als leerling-onderhoudsmonteur op de technische dienst en nu, 27 jaar later en de nodige opleidingen en functies binnen Meneba verder, is hij sinds een jaar plantmanager. Van de 170 personen die bij Meneba werken, vallen er 120 direct onder Van Schaijk.

Omdat hij zelf monteur is geweest, kent hij elk hoekje in de fabriek en heeft hij de technische ontwikkelingen van de afgelopen jaren binnen de organisatie allemaal meegemaakt. Dat helpt erg bij zijn huidige functie, want als plantmanager is hij eindverantwoordelijk voor de productie, de technische dienst en voor de aanvoer van grondstoffen en afvoer van gereed product. Dagelijks bespreekt Van Schaijk met een team of er storingen zijn geweest, of er calamiteiten waren en of dat gevolgen heeft voor de kwaliteit en voor de productieplanning.

“Ik overleg of extra monstername nodig is, of er extra maalmolens ingeschakeld moeten worden. Ik spreek met de collega’s over het voorraadbeheer, of er nog grondstoffen nodig zijn. Elke dag loop ik een ronde door de productie. Ik kijk of er bijzonderheden zijn bij het aftappen van de meel- en bloemzakken, loop langs de verschillende molens, maak even een praatje met de collega’s in de schakelkamer.”

Betrokkenheid

“Door zelf in de fabriek rond te lopen, houd je veel meer betrokkenheid”, zegt Van Schaijk. Ook gaat hij graag even langs het lab om te zien of er nog bijzondere analyseresul­taten zijn. En langs de technische dienst: zijn er noodrepa­raties geweest, of liggen er offertes ter bespreking? Scorekaarten met gegevens over productie, labuitslagen en planning leest hij enkele keren per dag uit. Afhankelijk van die resultaten overlegt hij of bijsturing in het productie­proces nodig is. Voor de werving van nieuw technisch of productie­personeel stelt hij de functieomschrijving op en voert hij de gesprekken.

“In deze functie kan ik mijn creativiteit goed kwijt”, zegt Van Schaijk. “Ik kan snel schakelen, beslissingen nemen en echt meebouwen aan de ontwikkeling van deze organisatie. Dat maakt me tot een gelukkig mens. In een restaurant pak ik altijd een broodje; dan breek ik het, ruik eraan en voel de structuur, en dan denk ik: dat hebben ze daar aan de Maashaven toch weer goed gedaan.”

Altijd op de hoogte blijven?