Speculaas is van oudsher een soort koek die vooral rondom ons Sinterklaasfeest populair is. De laatste decennia is het echter normaal geworden het hele jaar door speculaas te eten. Speculaas wordt voornamelijk in Nederland en België gemaakt en gegeten.

Tekst en foto's: Stichting Ambachtelijke Bakkerij

Hoe wordt speculaas gemaakt?

Speculaas is een banketproduct dat amper rijst. Het bevat alleen bakpoeder als rijsmiddel, waardoor het een vaste structuur heeft. Speculaas wordt gemaakt door boter te mengen met cassonade of basterdsuiker en speculaaskruiden. Dit wordt vervolgens vermengd met bloem en bakpoeder. Bij het maken van het deeg is het belangrijk om de temperatuur van het deeg niet te snel te laten stijgen. Het deeg wordt bij voorkeur een nacht in een koude omgeving gezet, zodat de smaak van de kruiden het deeg goed kan doordringen. Hierna wordt het in een warme oven in vormen gebakken.

Kenmerken van speculaas

Kenmerkend voor speculaas zijn, behalve de bruine suiker, de specifieke speculaaskruiden. Deze bestaan uit een mengsel van kaneel, nootmuskaat, kruidnagel, gember, kardemom en witte peper. Verschillende variaties zijn echter mogelijk met bijvoorbeeld anijs, korianderzaad en foelie. Veel van deze kruiden zijn door de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) naar Nederland gebracht. Deze machtige Nederlandse handelsonderneming werd in de zeventiende eeuw beschouwd als dé specerijenhandelaar van de wereld.

Varianten

De meeste speculaasproducten zijn gemaakt van bloem, bruine suiker, boter en speculaaskruiden. Voorbeelden van andere producten met speculaaskruiden zijn bijvoorbeeld kruidnoten (ook wel pepernoten genoemd), amandelspeculaas, speculaasbrokken en gevuld speculaas. Er bestaat ook wit speculaas, dat veel in Zeeland wordt gegeten en daarom ook wel Zeeuws speculaas genoemd wordt. Dit wordt gemaakt met vanille en suiker.

Herkomst van speculaas

Er zijn meerdere verklaringen voor het woord speculaas. Zo wordt er verwezen naar het Latijnse woord speculator ('hij die alles ziet'), wat tevens de bijnaam is van Sint Nicolaas. Ook wordt verwezen naar het Latijnse woord speculum (spiegel), omdat een speculaaspop het spiegelbeeld is van de afbeelding op de koekplank waarmee het gemaakt is. In ouder Nederlands betekende speculatie ‘overdenking’ of ‘vermoeden’. De koek werd daarom (mogelijk schertsend) speculatie genoemd omdat het oorspronkelijk een gebak voor fijnproevers was. Speculatie in de betekenis ‘veronderstellen’ of ‘bedenken’ kan impliceren dat het gebak een soort ‘fantasiegoed’ zou zijn. Er zou tot slot ook een verband kunnen zijn met specerij, een verwijzing naar de kruiden die speculaas typeren.

 

Altijd op de hoogte blijven?